Akwasi wil grachtenpand in Amsterdam claimen: 'gebouwd over de ruggen van slaven'

Een oude video van Akwasi is opgedoken op internet. Hierin doet de rapper en activist enkele uitspraken over grachtenpanden in Amsterdam. Die zijn volgens hem gebouwd over de ruggen van slaven. Hij zegt daarom recht te hebben op een van die panden, en wil deze dan ook gaan claimen. De video wordt vooral op Twitter veel gedeeld. Het betreft een fragment uit een Funx-show uit 2015, maar het wordt nu in verband gebracht met de recente racisme-discussie. Akwasi is in die discussie een van de bekendste sprekers, vooral rond de Black Lives Matter-beweging. https://twitter.com/SpoedNickje/status/1278923040613597185

Wonen in grachtenpand

"We need to live there right now" zegt hij in de opgerakelde video tegen een groep mensen waarmee hij naar gebouwen staat te kijken. "Ik heb langer gehoord dat een aantal panden zijn gebouwd over ruggen van slaven. En dat er ook nog geen reparaties zijn geweest, dat oude slaveneigenaren geld hebben gekregen vanaf 1863 en de slaven helemaal niets." Hij kijkt vervolgens alle andere aanwezigen stuk voor stuk aan en zegt dat die een huis zouden moeten claimen. "Ik ga daar wel voor. Ik moet straks op de Herengracht gaan wonen" aldus de rapper.

Akwasi krijgt tegengas

Tegelijkertijd gaat er ook een recentere video rond. Hierin geeft hij uitleg over zijn eigen voorouders. Die zouden zelf juist schuldig zijn geweest aan slavenhandel. https://twitter.com/mattijzz/status/1277447505148555269 "Ik ben een Ashanti-Ghanees, en Ashanti-Ghanezen werkten heel nauw samen met de Nederlanders samen. Die verkochten Ghanezen uit het noorden. Maar die wisten niet dat ze verhandeld zouden worden als goederen. Als slaven. dus daar hebben ze tot op de dag van vandaag spijt van" aldus Akwasi. Er is de laatste weken veel te doen om de rapper en activist. Tijdens het Black Lives Matter-protest op de Dam in juni deed hij een uitspraak die veel stof deed opwaaien: "op het moment dat ik een Zwarte Piet tegenkom in november, trap ik hem hoogstpersoonlijk in zijn gezicht." Later zei hij dat het zou gaan om beeldspraak, maar hij bleef achter zijn woorden staan.