Milieu en Gezondheid
28 okt 2021, 16:01
Als gevolg van de coronacrisis hebben leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs flinke leerachterstanden opgelopen. De achterstanden kunnen zelfs uitlopen tot bijna een heel schooljaar. Hoe groot en ernstig de achterstand is, verschilt per leerling en schoolsoort, maar de zorgen zijn voor alle leerlingen zeer groot.
Dit blijkt uit de voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs, die vandaag aan de Tweede Kamer is gestuurd. Het programma is bedoeld om de achterstanden van leerlingen die door corona zijn ontstaan, weg te werken.
Uit de rapportage blijkt onder andere dat op basisscholen de leervertraging bij het rekenen het grootst is: zo'n tien weken. Leerlingen in de onderbouw op middelbare scholen hebben vooral vertragingen opgelopen met rekenen, ongeveer veertien weken achterstand.
De grootse leerachterstand is bij Nederlandse leesvaardigheid, hier geldt een achterstand van zo'n 27 weken. Dat komt neer op bijna een heel schooljaar. De leervertragingen zijn waargenomen in alle onderwijstypes, maar zijn over het algemeen groter voor vmbo- en havoleerlingen dan voor vwo-leerlingen.
Niet alleen zijn er zorgen om de prestaties van de leerlingen. Schoolleiders maken zich ook zorgen om het welbevinden van leerlingen en hun motivatie om te leren. In het (voortgezet) speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs zijn die zorgen het grootst. Demissionair minister Slob van Onderwijs bevestigt de zorgen om het welzijn en de prestaties van de leerlingen. "We moeten vol aan de bak voor de leerlingen en daar zijn de scholen nu ook al volop mee bezig om zo snel als mogelijk en verantwoord de vertragingen ook weg te werken. Dit om de ontwikkeling en hun schoolloopbaan ook weer op een goede manier te kunnen vervolgen", aldus de minister.
Uit de rapportage komt ook naar voren dat voor het primair onderwijs blijkt dat hoe lager het opleidingsniveau van de ouders is, des te groter de leervertragingen zijn. Zo is bij rekenen en wiskunde bijvoorbeeld bij alle leerlingen sprake van een vertraging in de leergroei, maar bij de groep met laagopgeleide ouders is die vertraging twee keer zo groot als bij leerlingen met hoogopgeleide ouders.
Om leervertragingen terug te dringen, is een groot deel van de basisscholen en middelbare scholen aan de slag gegaan met lesgeven in kleine groepen van twee tot vijf leerlingen. Ook richt driekwart van alle scholen zich op het welbevinden van leerlingen en is er inzet van onderwijsassistenten of instructeurs, die leraren ondersteunen in de klas.
Voor het het Nationaal Programma Onderwijs heeft het kabinet een bedrag van 5,7 miljard euro uitgetrokken voor de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 in het primair en voortgezet onderwijs.
Om dit probleem bij kwetsbare leerlingen op te lossen, krijgen scholen binnen het Nationaal Programma dan ook extra geld om de achterstanden aan te pakken. Ook is voor onderwijspersoneel op deze scholen een extra toelage bovenop het salaris, zodat het aantrekkelijker is om op deze scholen te werken en hier ook les blijven geven.
Foto: ter illustratie, via ANP
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.