Veteranen bewaken museum na verwoestende brand

Een grote brand heeft een deel van het Rijdend Unifil Museum in Gorinchem in de as gelegd. Van de kantine is niets meer over. De kantine, die dienst deed als ontmoetingsplek voor veteranen en militairen, was de enige inkomstenbron voor de rest van het museum. "Dat is nu helemaal verdwenen", zegt bestuurslid Ronald Wentink. "In de kantine stonden ook veel verzamelobjecten, die zijn onvervangbaar." Op het moment van het uitbreken van de brand was Wentink samen met één van de andere oprichters bezig om een boek samen te stellen ter ere van het tienjarig jubileum. "We zochten foto's uit en opeens werd ik gebeld dat de kantine in brand stond. Ik kon het niet geloven." Aangrenzend aan de kantine staat een grote loods met zo'n veertig militaire voertuigen die de stichting bezit en onderhoudt. Dat gedeelte van het museum is gelukkig bespaard gebleven. "We bestaan nu meer dan tien jaar en hebben altijd alles zonder subsidie draaiende weten te houden. Gelukkig zijn de voertuigen niet afgebrand." Vermoed wordt dat de brand is aangestoken. De stichting heeft om die reden aangifte gedaan bij de politie.

Vrijwilligers op wacht

Om te voorkomen dat ongenode gasten de ravage bezoeken, op zoek naar niet afgebrande spullen, houden vrijwilligers van het museum de aankomende dagen de wacht. "We lopen ouderwets de wacht. Er zijn heel wat veteranen in Nederland, dus we hebben genoeg vrijwilligers die dit willen doen", zegt Wentink. Inmiddels proberen ze er in het museum het beste van te maken en wordt geprobeerd om in de loods de activiteiten door te zetten. "We hebben nu wel echt hulp nodig om de kantine weer snel op te bouwen, zodat we door kunnen met het museum."