'Niet elke buschauffeur staat achter de staking'

Door de landelijke staking in het streekvervoer moeten veel mensen maandag en dinsdag op zoek naar alternatief vervoer. Met de 48-uursstaking willen de FNV en het CNV hun eisen voor een nieuwe cao voor de werknemers bij de regionale vervoersbedrijven kracht bijzetten. De werkgevers zijn niet blij met de actie. ''Ons vertrouwen in de vakbonden is ernstig geschaad. We hadden een resultaat: 8,3 procent loonsverhoging en goede afspraken over de werkdruk en werkgelegenheidsgarantie. Daar hadden we met elkaar voor getekend en zelfs het glas op geheven'', aldus een woordvoerster van de Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer maandag. De FNV legde het onderhandelingsresultaat volgens de VWOV slechts voor aan een klein deel van de leden. ''Alleen leden die bij de bijeenkomsten kwamen mochten stemmen, zo’n 10 procent. De FNV heeft vervolgens drie maanden genomen om het resultaat voor te leggen en terug te koppelen.''

Minder draagvlak dan bonden suggereren

Volgens de werkgevers is het draagvlak voor de staking onder het personeel minder groot dan de bonden suggereren. ''In sommige plaatsen wordt wel gereden. Onze collega’s op de bus vragen zich af wat de bonden aan het doen zijn. In het hele land zijn voor deze twee dagen opvallend veel verlofaanvragen. Hieruit maken we op dat veel collega’s niet bij de staking betrokken willen worden.''

Openbaar vervoer grotendeels plat

Volgens CNV Vakmensen ligt het streekvervoer grotendeels plat. ''Onder erbarmelijke omstandigheden, qua weer, maar tot dusver niettemin succesvol'', aldus cao-onderhandelaar Hanane Chikhi. ''Maar werkgevers hebben bijvoorbeeld rond Arnhem/Nijmegen en Eindhoven, Zierikzee en in Noord-Holland werkwillige werknemers gevraagd toch bepaalde ritten te maken. Wie in zo'n bus stapt heeft geen enkele garantie op aansluitend vervoer. En zie dan maar eens terug te komen. Als je het mij vraagt doen werkgevers daar reizigers allesbehalve een plezier mee.''