Inspectie: veel fouten rond uitzettingszaak Lili en Howick

Bij de voorgenomen uitzetting van de Armeense kinderen Lili en Howick ging van alles mis. Afspraken tussen betrokken organisaties werden niet nagekomen, er was sprake van onderling wantrouwen en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) liet na regie te nemen. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid. Lili en Howick verdwenen in de nacht voordat ze naar Armenië zouden worden uitgezet. Voogdijinstelling Nidos wist niet waar ze waren. Uit veiligheidsoverwegingen besloot toenmalig staatssecretaris Mark Harbers van Justitie en Veiligheid de twee alsnog een verblijfsvergunning toe te kennen. Niet veel later doken de kinderen weer op.

Flinke kritiek op Nidos

De inspectie heeft veel kritiek op Nidos. Zo blijft onduidelijk hoe de twee de benen konden nemen. Er was afgesproken dat de kinderen de dagen voor hun vertrek in een ‘safe house’ zouden zitten en niet bij hun grootouders. Van dat laatste adres waren ze namelijk al eens eerder verdwenen. "De Inspectie is op dit punt geconfronteerd met inconsistente verklaringen van de betrokken Nidos-medewerkers en een getuigenverklaring bij de politie die niet consistent is met de verklaringen van de Nidos-medewerkers", valt in het rapport te lezen.

Geen regie in zaak Lili en Howick

De DT&V had meer de leiding moeten nemen, vindt de inspectie. Eerder was besloten de kinderen niet voor hun uitzetting vast te zetten, omdat dat schadelijk was. Maar de dienst ging de fout in door af te spreken dat Nidos de kinderen dag en nacht in de gaten zou houden. Nidos heeft die bevoegdheid namelijk niet. De organisatie kan niets doen als de kinderen zouden vluchten. Het enige middel van Nidos was "praten om ze te overtuigen te blijven". Lees meer: Lili en Howick willen rust en snel gewoon weer naar school Bij de politie werkten eenheden langs elkaar heen toen de kinderen waren verdwenen. "Eenduidige sturing en een totaaloverzicht van de acties ontbraken." De inspectie adviseert de DT&V in de toekomst "steviger" de regie te pakken. Ook moeten de betrokken organisaties het onderlinge vertrouwen zien te herstellen. De rollen van de verschillende instanties moeten duidelijker worden omschreven.