Brabant strijdt tegen de oprukkende wildstropers: 'Zoek niet zelf de confrontatie'

Het aantal stroperijen in Noord-Brabant is zo groot, dat de gemeente Mill en Sint Hubert tegenwoordig de hulp van de bevolking inschakelt. Iedereen die 's avonds of 's nachts iets verdachts ziet wordt gevraagd de politie te bellen. Volgens de gemeente wordt het illegale jagen in sommige gevallen gedaan uit vermaak. Maar ook de ondermijnende criminaliteit is erbij actief: opgezette bambi's leveren in het buitenland een fortuin op.

Mill en Sint Hubert ligt in Oost-Brabant op de grens met de provincie Limburg. In Limburg rolde de politie in juni nog een heel netwerk van stropers op. Ook in Brabant zijn de laatste maanden stropers betrapt, maar de pakkans is niet groot, aldus de gemeente. Jagers moeten in Nederland een jachtakte hebben en een vergunning voor hun vuurwapens. Stropen is verboden en kan een gevangenisstraf opleveren.

'Alle oren en ogen nodig'

"We kunnen alle oren en ogen goed gebruiken om samen deze misdaad aan te pakken", zegt burgemeester Antoine Walraven van Mill en Sint Hubert. Dus vraagt hij zijn inwoners om stropers aan te geven bij de politie of de gemeente. Want de BOA's kunnen niet het hele bos zelf in de gaten houden. Wel benadrukt de burgemeester: "Zoek zelf niet de confrontatie op midden in de nacht."

De gemeente constateert dat criminelen puur voor het vermaak schieten op wild. Het gaat er dan om iets te raken. De aangeschoten dieren laten deze criminelen achter, soms terwijl ze nog leven. Een andere groep heeft het speciaal gemunt op drachtige reegeiten. De kalfjes uit de buik van deze herten worden opgezet en zijn in het buitenland een zeer gewilde trofee.

In opkomst is het jagen met getrainde honden. Deze honden grijpen wild dat gevangen is in een lichtbundel. Vooraf worden weddenschappen afgesloten op de prestaties van de hond. Wie een goede hond heeft, wordt vaak uitgenodigd voor dergelijke illegale jachtfeestjes, aldus de gemeente.

'Oproep is gevaarlijk'

Niet iedereen is blij met de oproep om zelf stropers te melden. Dat is veel te gevaarlijk, beargumenteert Rolf Overdiep, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht. "Er was ook zo'n tijd dat we hoorden: Nederlanders moeten elkaar aanspreken op gedrag. Dat heeft heel wat klappen op het gezicht gekost. Mensen gaan dat niet meer doen. Zoiets moet je niet meer vragen van de bevolking."

Ook boswachters, die voor hun werk regelmatig de strijd aangaan met stropers, zien de oproep van de burgemeester niet zitten. Regelmatig worden de boswachters bedreigd door stropers, vertelt een van hen aan Hart van Nederland.

Waarschijnlijk zal hetzelfde gebeuren als burgers bij de politie aan de bel trekken. "Deze jongens zullen hun hand er niet voor omdraaien om jou even privé op te komen zoeken", zegt een boswachter die anoniem wil blijven. "Om je even te waarschuwen: bemoei je niet met onze hobby."

Hart van Nederland/ANP