De Jonge: 'Hopelijk snel weer verder met vaccineren met AstraZeneca'

Coronaminister Hugo de Jonge hoopt dat het prikken met het AstraZeneca-vaccin zo snel mogelijk weer kan worden hervat. "We drukken uit voorzorg op de pauzeknop, om goed onderzoek te kunnen doen", zegt hij maandag tegen Hart van Nederland.

Zondagavond werd bekend dat Nederland tot en met 28 maart stopt met vaccineren met het middel van AstraZeneca. Reden daarvoor zijn diverse nieuwe meldingen uit Noorwegen en Denemarken van mensen die na vaccinatie met het middel last kregen van bloedstollingen en een verminderd aantal bloedplaatjes. De meldingen waren voor andere landen vorige week al reden om te stoppen met het vaccineren met het middel van AstraZeneca.

'Zeldzaam ziektebeeld'

De Jonge noemt het "een zeldzaam ziektebeeld". Volgens hem luidt het advies van de experts van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) dit ziektebeeld eerst te onderzoeken en pas daarna weer verder te gaan met prikken met AstraZeneca. "We doen dit niet omdat er een oorzakelijk verband is aangetoond", stelt De Jonge. "We drukken uit voorzorg op de pauzeknop, om goed onderzoek te kunnen doen."

De Jonge hoopt de resultaten zo snel mogelijk binnen te hebben, maar hij begrijpt "dat het tijd vergt om het ziektebeeld goed in beeld te kunnen brengen". Volgens hem kost het zeker een aantal weken om te kunnen aantonen of er een verband is. "Laten we hopen dat dat er niet is en dat we zo snel mogelijk weer verder kunnen."

De eerste prikken met het AstraZeneca-vaccin werden in Nederland op 12 februari gezet. Tussen de eerste en tweede prik zit zes weken. Het ministerie liet zondagavond weten te verwachten op het moment dat het tijd is voor de tweede prik duidelijkheid te hebben.

Eerste prik met AstraZeneca al gehad?

Mensen die hun eerste prik met AstraZeneca al hebben gehad, moeten volgens De Jonge hun klachten in de gaten houden zoals ze dat sowieso al deden. "Als er ernstige klachten zijn, moeten ze die melden bij hun arts."