150 miljoen euro voor een Rembrandt? Driekwart van Nederland is tegen peperdure aankoop

Wat kun je doen met 150 miljoen? Alle verpleegkundigen in de ziekenhuizen eenmalig 2.000 euro geven of de studieschuld van 10.000 jongeren kwijtschelden. Het kabinet kiest er echter voor om een peperduur schilderij van Rembrandt te kopen. Wat vindt Nederland daarvan?

Woensdag werd bekend dat de overheid het beroemde schilderij De vaandeldrager van Rembrandt aanschaft. Het doek is nu nog in privébezit en wordt verkocht voor 175 miljoen euro. De Nederlandse staat betaalt hiervan 150 miljoen euro. De Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum Fonds leggen respectievelijk vijftien miljoen euro en tien miljoen euro bij.

De peperdure aankoop leidt tot verontwaardigde reacties, want middenin crisistijd kan dat geld veel beter besteed worden, zo vindt de overgrote meerderheid van Nederland. Maar liefst 76 procent vindt dat het miljoenenbedrag beter besteed kan worden, blijkt uit representatief onderzoek onder ruim 2.800 leden van het Hart van Nederland-panel.

Naar zorg, onderwijs of cultuur?

Deelnemers die liever een andere bestemming zien voor het overheidsbudget, zien het geld vooral graag geïnvesteerd worden in de gezondheidszorg. Een meerderheid van 58 procent van de respondenten kiest dat als het gewenste alternatief. 15 procent zou graag zien dat Den Haag minderbedeelden compenseert voor de hoge inflatie. Ook een vergoeding voor mensen die financieel zijn getroffen door de coronamaatregelen kan op aardig wat steun rekenen, een op de tien geeft daar namelijk de voorkeur aan. Het onderwijs verbeteren (6 procent) en de cultuursector in zijn geheel steunen (2 procent) zijn minder populair.

'Niet ten koste van andere zaken'

Of het historische doek echt naar terug naar het geboorteland van Rembrandt komt, is overigens nog niet helemaal zeker. De huidige eigenaar, de familie Rothschild, is weliswaar akkoord gegaan met de verkoop, maar de Eerste en Tweede Kamer moeten nog akkoord gaan met de aanschaf. Pas als zij ermee instemmen, is de aankoop definitief.

Minister Ingrid van Engelshoven van Cultuur spreekt van een "unieke kans" en noemt het schilderij een "ontbrekende schakel in het overzicht van het leven van Rembrandt". Ze wil het doek uit 1636 "voorgoed in het publieke domein brengen". Het is de bedoeling dat De vaandeldrager uiteindelijk in het Rijksmuseum komt te hangen.

De miljoenenaankoop hoeft volgens haar niet ten koste te gaan van andere belangrijke zaken. "Het is geen keuze tussen dit belangrijke erfgoed of investeren in zorg of in steunpakketten voor getroffen sectoren. We doen het allebei", zegt de bewindsvrouw tegen Hart van Nederland.