Limburger vroeg kinderen tussen 7 en 12 jaar oud om seksvideo's, 5 jaar cel geëist

Het Openbaar Ministerie heeft een celstraf van 5 jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 35-jarige Randy F. uit Limburg. Hij wordt verdacht van grootschalig kindermisbruik en het maken en bezitten van kinderporno. 

Volgens de officier van justitie zou F. meerdere kinderen tussen de 7 en 12 jaar verleid en gemanipuleerd hebben om hem seksvideo’s en naaktfoto’s te sturen. 

Grooming

De zaak kwam vorig jaar aan het licht na een uitzending van Het Klokhuis over grooming. Hierbij probeert iemand het vertrouwen te winnen van een persoon met het doel het slachtoffer seksueel te misbruiken. 

Na het zien van de uitzending vertelde een 11-jarig meisje huilend aan haar ouders wat haar was overkomen. Ze zou filmpjes van zichzelf gemaakt hebben en gestuurd hebben naar iemand die dreigde ze online te zetten. 

Het contact verliep via Tiktok en e-mail. Het meisje stuurde de man zeven video’s die door de politie worden gezien als kinderporno. Toen het meisje het contact verbrak, bleef de dader om meer video’s vragen.

De ouders van het meisje stapten naar de politie. Door het Tiktok-account van het meisje over te nemen kon de politie een adres achterhalen. Dit leidde naar de 35-jarige man uit Susteren.

Duizenden foto's en video van kinderporno

Online deed de man zich voor als een jongen van 14 met de naam Tim. Na zijn arrestatie trof de politie duizenden kinderpornografische foto’s en video’s. Veel daarvan waren afkomstig van het darkweb, maar een deel was hem ook toegestuurd door zijn eigen slachtoffers.

De politie wist 11 slachtoffers onder de 12 jaar te identificeren. De jongste was 7 jaar. Van zeker 22 anderen kon de identiteit niet achterhaald worden.

Volgens het OM ging de man “als een jachtdier te werk”, en moet hij ieder uur van de dag bezig geweest zijn met het manipuleren van zijn slachtoffers. Een moeder van een van de slachtoffers zei dat "alles waar zij als ouder bang voor was waarheid was geworden".

De rechtbank doet op 2 oktober uitspraak in de zaak.