112
26 mei 2018, 11:29
De dood van Anne Faber, die in september werd vermoord, had voorkomen kunnen worden en is het gevolg van falen van het gerechtshof en vooral van de voorzitter van het hof. Dat stelt vader Wim Faber in een open brief in de Volkskrant. Faber heeft onderzoek gedaan naar de rechtszaak tegen verdachte Michael P., die na een rechtszaak in 2010 al was veroordeeld wegens verkrachting van twee meisjes en enkele overvallen. Lees ook: Tijdlijn: De vermissing van Anne Faber
Faber bestudeerde de stukken van de rechtszaak tegen P. in 2010 en het hoger beroep in 2012. ''Tijdens het lezen trof ik diverse signalen aan waaruit kan worden afgeleid dat P. toen al levensgevaarlijk was'', stelt Faber. Lees ook: Oom Anne Faber: ‘Details zijn gruwelijk en pijnlijk’ De rechtbank veroordeelde P. tot zestien jaar cel voor de verkrachtingen van de meisjes, maar in hoger beroep legde het gerechtshof in Arnhem hem in 2012 maar elf jaar op. En dat terwijl deskundigen zeiden dat de kans op herhaling groot was, aldus Faber. ,,Signalen dat de man gestoord was, waren er kortom volop. Met de vaststelling van het Pieter Baan Centrum in handen waarin stond dat geen onderzoek kon plaatsvinden omdat P. medewerking weigerde, leunde het hof achterover.''
Faber wijst met de beschuldigende vinger naar voorzitter Rinus Otte van het gerechtshof in Arnhem. ''Mijnheer Otte, ik acht u, als voorzitter van het hof in belangrijke mate verantwoordelijk voor het falen van de rechtsgang van destijds, en ik vind dat u uw huidige functie als procureur-generaal moet neerleggen in het belang van de geloofwaardigheid en het vertrouwen in de rechtspraak.'' Otte werkt tegenwoordig als procureur-generaal bij de landelijke leiding van het Openbaar Ministerie. ''Het OM ziet geen aanleiding voor het opstappen van Rinus Otte als lid van het College van procureurs-generaal'', zei een woordvoerder zaterdag. Hij voegde eraan toe dat de uitspraak destijds is gedaan na ''rijp beraad'' door drie raadsheren. Het hof in Arnhem gaat zich verdiepen in het dossier en komt later met een reactie, zei een woordvoerster. Het lichaam van Anne Faber (25) werd in Zeewolde gevonden, op aanwijzing van P., die destijds in een kliniek in Den Dolder verbleef.
Lees hieronder de open brief die Wim Faber schreef.
''In de avond van 29 september 2017 raakte mijn lieve dochter Anne vermist tijdens een fietstocht in de omgeving van haar woonplaats Utrecht. Met man en macht zochten we bijna twee weken lang naar haar. Op 12 oktober 2017 werd Anne gevonden in Zeewolde. Ze was verkracht en vermoord door Michael P., althans hij wordt hiervan verdacht.
Ik ben verslagen en intens verdrietig. De pijn in mijn hart is elke seconde van de dag voelbaar. Ik mis haar heel erg. Van de ene op de andere dag sta ik compleet anders in het leven.
In de namiddag van 12 oktober 2017 was er een persconferentie, waar Hans Faber, mijn broer en de oom van Anne, namens de familie de volgende drie vragen stelde: ‘Wat is er precies gebeurd? Waarom liep deze man vrij rond? Had deze verschrikkelijke gebeurtenis voorkomen kunnen worden?’
Over die laatste vraag gaat het hier.
Omdat ik nog altijd geen antwoorden heb gekregen op deze vragen, ben ik zelf op zoek gegaan.
Na de dood van Anne zijn verschillende onderzoeken gestart. Laat ik vooropstellen dat ik het belang zie van deze onderzoeken. Tegelijkertijd constateer ik dat de meeste energie wordt gestoken in de gang van zaken ná de veroordeling van P. in 2012. Terwijl op dit moment mijn ongenoegen juist uitgaat naar de periode voorafgaande aan de veroordeling.
Wat er is gebeurd, tart elke beschrijving. De verkrachting van en de moord op Anne had voorkomen moeten en kunnen worden. Tot deze pijnlijke conclusie kom ik nadat ik de openbare stukken van de rechtszaak tegen P. in 2010 en het hoger beroep in 2012 heb bestudeerd. P. werd vervolgd voor de brute verkrachting van twee minderjarige meisjes en een aantal overvallen. Tijdens het lezen trof ik diverse signalen aan waaruit kan worden afgeleid dat P. toen al levensgevaarlijk was. Meer en meer ging ik mij afvragen of hier vanuit de rechterlijke macht wel adequaat op gereageerd is. Als samenleving mogen wij toch verwachten dat rechters zich inspannen om de maatschappij te beschermen? Die inspanning mis ik als ik lees wat het Gerechtshof Arnhem onder leiding van prof. dr. mr. Otte heeft ondernomen en in het arrest aan overwegingen heeft meegenomen.
Waarom heeft P. geen tbs met dwangverpleging opgelegd gekregen? Overal hoor ik dat het probleem was dat P. niet meewerkte aan onderzoeken, waardoor geen stoornis kon worden vastgesteld. Maar is dat echt zo? Was er voor de rechterlijke macht echt geen reden om aan te nemen dat P. gestoord is?
Er waren zoveel signalen die voor het gerechtshof aanleiding hadden moeten zijn om zich bijzonder kritisch op te stellen.
- ‘Iemand die doet wat P. in 2010 deed met de minderjarige slachtoffers, moet wel gestoord zijn.’ Dit zegt de officier van justitie ook letterlijk in zijn requisitoir in 2010. De feiten zijn bizar, mensonterend en pervers. Alleen al de brute en vernederende wijze waarop hij de verkrachtingen uitvoerde, zou een tbs-maatregel rechtvaardigen. De samenleving moet worden beschermd tegen mensen die dit soort feiten plegen. Rechters hebben de plicht zich hiertoe in te spannen.
- Uit rapportage van de reclassering komt een alarmerend beeld naar voren: er is sprake van een hoog recidiverisico. Voor alle duidelijkheid: deskundigen rapporteren dus dat er een grote kans is dat P. zich nogmaals zou vergrijpen aan een meisje. Het hoge recidiverisico wordt in het arrest van het Hof niet eens genoemd.
- Dan de schokkende uitlatingen die P. deed. Hij was trots op de verkrachtingen en blij dat een droom was uitgekomen. Over deze uitlatingen zegt Wineke Smid (gepromoveerd op risicotaxatie bij zedendelinquenten) in het tv-programma Buitenhof dat ze geen andere delinquent kent die dergelijke uitlatingen doet.
Hjalmar van Marle (voormalig directeur van het Pieter Baan Centrum) is nog stelliger in Nieuwsuur. Op de vraag van interviewer Twan Huys of tbs op zijn plaats was geweest, antwoordt Van Marle: ‘Dat is wat ik nu kan concluderen, op basis van het delict toen. Omdat je als psychiater de geestelijke verdraaiingen, de distorsies, de perversies ziet. Die zie je uit de hele enscenering naar voren komen. En dan vind ik dat je kunt afronden richting perversies en dan heb je toch een stoornis.’ De rechters van het Hof kenden P.’s perverse uitspraken. In het arrest lees ik ze niet terug. Het Hof besteedt er geen aandacht aan. Aan de deskundigen van het Pieter Baan Centrum werden hierover geen vragen gesteld.
- Een ander signaal dat niet onderkend werd, is het drugsgebruik van P. Hij gebruikte al vanaf jonge leeftijd cocaïne. Een verslaving kan voldoende zijn om, al dan niet in samenhang met andere omstandigheden, een stoornis aan te nemen. Waarom is daar niet op doorgevraagd aan de deskundigen?
- Ook de bekende voorgeschiedenis van P. schept een beeld. Nog voor de verkrachtingen was hij was in beeld bij justitie; hij was veroordeeld voor geweldsfeiten en moest verplicht een agressieregulatietraining volgen. Bekend is ook dat P. in zijn jeugd vanwege gedragsproblemen vaak van school was gewisseld. Bood zijn verleden geen mogelijkheid om nader te onderzoeken of te concluderen dat er iets ernstig mis was met deze man?
Signalen dat de man gestoord was, waren er kortom volop. Uit niets maak ik op dat het gerechtshof iets met deze signalen heeft gedaan. Met de vaststelling van het Pieter Baan Centrum in handen waarin stond dat geen onderzoek kon plaatsvinden omdat P. medewerking weigerde, leunde het Hof achterover. Daarop richt zich mijn boosheid.
De raadsheren hadden kritischer moeten zijn. Met een meer kritische opstelling was het wel mogelijk geweest tot onderbouwing van een stoornis te komen, daarvan ben ik overtuigd. Er zijn zoveel aanknopingspunten om vragen aan de deskundigen te stellen, maar nergens lees ik dat er vragen werden gesteld. Een kritische houding ten opzichte van de vaststelling dat er geen stoornis was vast te stellen omdat P. niet meewerkte, zie ik evenmin. Waarom? Gingen snelheid en efficiency wellicht boven de veiligheid van de samenleving? Of had dit verband met de visie van Otte om minder tbs-maatregelen op te leggen?
Op 21 juni 2011 deed de rechtbank uitspraak. Een jaar en vier maanden later volgde het arrest van het gerechtshof. Wat is er in dat jaar gebeurd? Hoe was P. eraan toe na een jaar detentie? Nergens lees ik dat de advocaat-generaal of de drie raadsheren in het gerechtshof verzochten om een nieuw onderzoek naar P.’s geestesgesteldheid.
Juist vanwege het hoge recidiverisico en de diverse signalen hadden wij als samenleving meer mogen verwachten van het gerechtshof. Rechters moeten hun beslissingen baseren op feiten in het dossier. Daarbij spelen de rapporten van gedragsdeskundigen een cruciale rol, maar dat neemt niet weg dat de rechters hun eigen afweging moeten maken en zich kritisch moeten opstellen. Dat betreft ook de vraag of sprake is van een stoornis. De rechter moet zich laten adviseren door deskundigen, maar mag zich niet achter diens rapport verschuilen. Ik mis een kritische houding als ik de processtukken van de gruwelijke zaak uit 2010 lees. Daardoor zijn de mogelijkheden om de samenleving te beschermen niet benut.
Juist vanwege het gruwelijke karakter van de verkrachtingen, in samenhang met de bizarre uitlatingen van de verdachte, meende de rechtbank dat de samenleving zo lang mogelijk tegen de verdachte moest worden beschermd. De rechtbank kwam tot een gevangenisstraf van 16 jaar.
Het grote verschil tussen de straffen van 16 jaar door de rechtbank en 11 jaar door het hof is zeer opmerkelijk. De raadsheren van het gerechtshof schrappen zomaar vijf jaar van de straf. Ook Geert Corstens, oud-voorzitter van de Hoge Raad, geeft in dezelfde Buitenhof-uitzending aan het grote verschil tussen de straffen onbegrijpelijk te vinden en doet zelfs een oproep aan de rechters en de raadsheren om bij elkaar te komen.
Rechters weten dat het risico op recidive na een behandeling beduidend lager is dan na het uitzitten van een gevangenisstraf. De samenleving diende optimaal beveiligd te worden. Hoe zeer ik de rechtbank ook verwijt nader onderzoek te hebben nagelaten, de rechtbank liet in haar uitspraak wel zien oog te hebben voor de beveiliging van de samenleving.
Het is onbegrijpelijk dat het gerechtshof de perverse uitlatingen van de verdachte niet als bewijs meenam en in de strafmaat gebruikte. Het is ook onbegrijpelijk dat het gerechtshof zich niet kritisch opstelde of ten aanzien van de stoornis van P. een eigen afweging maakte. Dat de samenleving beveiligd moest worden tegen P. lees ik evenmin terug in de uitspraak. De enige overweging over de (verlaagde) strafmaat in het arrest van het hof: de aard en de ernst van de feiten rechtvaardigen een straf van 16 jaar niet…
Het recidiverisico was torenhoog.
Het gerechtshof leunde achterover.
Ik stel vast dat het gerechtshof de doelen van de strafrechtspleging, namelijk het voorkomen van herhaling en het beschermen van de samenleving, uit het oog heeft verloren. Wanneer dit twee doelen zijn in het strafrecht, brengt dat een inspanningsplicht met zich mee. Mijnheer Otte, ik acht u, als voorzitter van het hof in belangrijke mate verantwoordelijk voor het falen van de rechtsgang van destijds, en ik vind dat u uw huidige functie als procureur-generaal moet neerleggen in het belang van de geloofwaardigheid en het vertrouwen in de rechtspraak.
De moord op onze Anne had voorkomen kunnen worden.
Daarvan ben ik overtuigd.''
Wim Faber, vader van Anne Faber
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.