112
22 nov 2017, 20:56
De politie heeft fouten gemaakt in de behandeling van de zogenoemde Hoornse aanrandingszaak. De zaak zorgde voor veel ophef. Het slachtoffer uit Hoorn werd in oktober vorig jaar slachtoffer van een poging tot verkrachting. De vrouw kreeg naar eigen zeggen geen hulp van de politie en spoorde haar aanrander zelf op, waarna een arrestatie nog een paar maanden op zich liet wachten. De politie had voortvarender kunnen optreden, blijkt uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid. De inspectie oordeelt ook dat de communicatie met het slachtoffer niet proactief en niet helder was.
Het politieonderzoek gebeurde volgens de inspectie weliswaar zorgvuldig en binnen de daarvoor gestelde termijn, toch zijn er wel een aantal kritische kanttekeningen te plaatsen. Zo heeft het relatief lang geduurd voordat de politie onder meer de beschikbare camerabeelden bekeek of onderzoek deed naar de door de aanrander gestolen mobiele telefoon van de vrouw. Het slachtoffer wilde op de dag dat ze was aangerand daarnaast aangifte doen, maar de politie maakte een afspraak voor over twee weken. Een bedenktijd van twee weken is de normale praktijk als de dader en het slachtoffer in dit soort zaken elkaar kennen, maar dat was hierbij niet het geval.
Verder was het voor het slachtoffer onduidelijk wat er ging gebeuren met de dingen die zij over de dader had uitgezocht. De vrouw had de dader aanvankelijk gevonden met de Find my iPhone-app, maar hij werd daarop niet direct opgepakt. Toen de man de socialmedia-accounts van de vrouw bleek te gebruiken, legde zij contact en ontfutselde hem zijn naam en adres. Ook toen kwam het niet meteen tot een aanhouding. Door het ontbreken van heldere communicatie hierover werd het gevoel van de vrouw versterkt dat de zaak bij de politie niet in goede handen was, aldus de inspectie. De dader, de Somalische Mohammed M. uit Hoogwoud, werd in juni overigens veroordeeld tot achttien maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk.
Het slachtoffer in de Hoornse zedenzaak heeft woensdagmiddag een statement gegeven in reactie op het artikel in De Telegraaf. Die is in zijn geheel hieronder te lezen: “De Telegraaf heeft blijkbaar voordat het rapport naar de Tweede Kamer gaat inzage gekregen in het onderzoek van de Inspectie. Omdat ik vind dat de politiek nu eerst aan het woord moet komen, had ik graag pas daarna mijn reactie op het onderzoek willen geven. In reactie op het artikel wil ik mijn waardering en dank uitspreken voor de onderzoekers van de Inspectie Veiligheid en Justitie. Zij hebben gedegen onderzoek gedaan en mij met respect en grote zorgvuldigheid behandeld. Dat heeft mij een beetje vertrouwen in de rechtstaat teruggeven. Er wordt bevestigd wat ik allang wist: de politie heeft grote steken heeft laten vallen en daarmee de ellende voor mij alleen maar groter gemaakt. Het is staat nu wel vast dat de niet dader was gepakt als ik het niet zelf had gedaan. Ik hoop dat iedereen nadenkt over wat de gevolgen hadden kunnen zijn. Ik wil op een later moment nog uitgebreid mijn weerwoord geven op het onderzoek. Om dat goed te kunnen doen wil ik dat het openbaar ministerie mij volledige toegang geeft tot het strafdossier. Pas dan ben ik in staat om mijn eigen ervaring te leggen naast de bevindingen van de Inspectie en het werk van de zedenpolitie. Nog lang niet al mijn vragen zijn beantwoord. De heer Wallage spreekt eerder met de krant dan met mij. Ik ben een paar weken geleden uitgenodigd voor een gesprek en werd daarbij onder druk gezet, omdat de heer Wallage meteen na dat gesprek met de media zou praten. Ik heb daar niet aan meegewerkt omdat ik daarmee afspraken die ik met de Inspectie heb gemaakt zou schenden. Verder wil ik niet reageren: ik heb op het moment dat ik dit artikel lees zelf nog niet eens de definitieve versie van het onderzoeksrapport in handen. Wel hoop ik dat er lessen worden getrokken. We weten nu wel wat er mis is gegaan, maar niet waarom. Daarover moet nu eerst de politiek aan het woord komen. Waarom? Ik heb nu tijd nodig om het onderzoekrapport en mijn strafdossier te bestuderen en zal op een moment dat het mij past daar mijn weerwoord op geven. Tot die tijd zal ik – ook niet via mijn woordvoerder – in de media ingaan op de inhoud van onderzoeksrapport.”
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.