Slachtoffer Lucky probeerde meerdere keren aangifte te doen

Anneke, de ex-vriendin van Minh Nghia V., probeerde meermaals voordat ze neergeschoten werd aangifte te doen van bedreiging, meldt het AD. De man, met de bijnaam Lucky, stond bekend bij de politie als vuurwapengevaarlijk en gewelddadig. Desondanks wilde de politie de aangifte niet opnemen.

De advocaat van Anneke, Sébas Diekstra, heeft een aantal dagen voor de inhoudelijke rechtszaak een melding gedaan bij de Inspectie Justitie en Veiligheid. Dit om te onderzoeken of de politie het drama had kunnen voorkomen. Op zaterdag 21 januari kwam de 66-jarige moeder van Anneke door het schietdrama in Zwijndrecht om het leven en raakte Anneke zwaar gewond. De verwondingen zijn zo ernstig dat ze voor de rest van haar leven in een rolstoel zit.

Zowel een week als twee weken voorafgaand aan de fatale schietpartij probeerde Anneke aangifte te doen, zo valt te lezen in het proces-verbaal. Maar beide keren liep ze zonder aangifte te hebben gedaan het politiebureau weer uit. Een van de twee aangiftes is niet opgenomen omdat Anneke volgens het politie verslag eerst duidelijk moet maken dat de relatie over is en contact wil verbreken. "Als de bedreigingen door zouden gaan dan zou er een stopgesprek komen en vervolgens aangifte", staat te lezen in het politieverslag.

Vuurwapengevaarlijk

Deze keuze vindt de advocaat van Anneke maar vreemd, aangezien in datzelfde verslag staat dat Lucky 111 antecedenten had. Dat zijn 111 registraties van (strafbare) feiten, legt de advocaat uit. Volgens Diekstra is 111 antecedenten "extreem veel. Wel een waslijst te noemen." Bovendien stond hij in het politiesysteem toen al geregistreerd als 'vuurwapengevaarlijk'.

"Dan moeten toch alle alarmbellen gaan rinkelen bij de politie?", vraagt Diekstra zich af. "Maar zij namen de aangifte niet op. En de rest is geschiedenis... Wij willen weten: hoe is de politie, na meldingen van mijn cliënte, omgegaan met haar bescherming en de aanpak van de verdachte? Oftewel: heeft de politie gefaald hier?"

Zowel de politie als het Openbaar Ministerie wil niet verder inhoudelijk ingaan op de feiten van het onderzoek zolang de rechtszaak nog niet is afgerond.