Tienermeisjes minst tevreden over leven door onveiligheid online

Meisjes tussen de 13 en 18 jaar voelen zich opvallend minder gelukkig in de onlinewereld dan jongens van dezelfde leeftijd. Uit onderzoek van de Kinderombudsman blijkt dat meisjes hun digitale leven gemiddeld een 6,7 geven, terwijl jongens uitkomen op een 7,7. Maar liefst een kwart van de meisjes beoordeelt hun online ervaring zelfs met een onvoldoende. Dat meldt de organisatie in een recent rapport.

Het verschil in tevredenheid lijkt vooral te maken te hebben met het gevoel van veiligheid. Veel tienermeisjes geven aan nare ervaringen te hebben op sociale media, of geconfronteerd te worden met beelden die schadelijk zijn voor hun zelfbeeld. Jongens ervaren dit minder vaak en kijken daardoor positiever naar hun online activiteiten.

Meisjes geven ook lager cijfer voor offline bestaan

Niet alleen online, maar ook in het dagelijks leven voelen tienermeisjes zich minder goed dan jongens. Waar meisjes hun leven 'offline' een 7,1 geven, beoordelen jongens het met een 7,9. Een op de vijf meisjes geeft zelfs een onvoldoende voor hun fysieke bestaan. Bij jongere kinderen, van 8 tot 12 jaar, zijn de verschillen minder groot. Meisjes geven hun offline leven een 8,1 en online een 7,4, tegen respectievelijk een 8,4 en 8,0 bij jongens.

De Kinderombudsman sprak ongeveer 2700 kinderen en constateert dat ouders vaak meer gefocust zijn op controle en bescherming dan op gesprek. "Ouders en de overheid richten zich te veel op wat kinderen online doen en hoe ze hen daartegen kunnen beschermen", zegt kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. "Er is te weinig aandacht voor wat kinderen zelf meemaken en interessant vinden online."

Daarnaast zouden ouders niet altijd het juiste voorbeeld geven. “Ze zitten zelf vaak te veel op hun telefoon, en dat voelt voor kinderen soms krom”, aldus het rapport.

Onlinewereld heeft groeiende invloed

Het is de eerste keer dat de Kinderombudsman de onlinewereld meeneemt in een groot onderzoek. De organisatie benadrukt dat die digitale omgeving een steeds grotere rol speelt in de ontwikkeling van kinderen. Hoe ouders, scholen en beleidsmakers hiermee omgaan, kan volgens de Kinderombudsman een verschil maken voor het welzijn van de jeugd.