Nederlanders moeten steeds langer wachten op levensreddende medicijnen

Nederlandse patiënten moeten steeds langer wachten op nieuwe, dure medicijnen tegen kanker en zeldzame aandoeningen. De gemiddelde tijd die verstrijkt tussen goedkeuring en vergoeding van deze geneesmiddelen bedraagt inmiddels 410 dagen. Dat blijkt uit onderzoek van het FD. Voor het onderzoek is gekeken naar 26 geneesmiddelen met een vraagprijs van €50.000 of meer per patiënt per jaar. Sinds 2015 moeten die medicijnen de zogenoemde Sluisprocedure doorlopen. Dat betekent dat het ministerie van Volksgezondheid zelf de prijsonderhandelingen voor deze medicijnen doet, in plaats van de zorgverzekeraars. Onder minister Bruno Bruins van Medische Zorg & Sport zijn de criteria aangescherpt. Daardoor is het aantal middelen in de Sluisprocedure vanaf 2018 toegenomen.

Moeizame onderhandelingen

De vertraging neemt toe doordat onderhandelingen tussen farmabedrijven en het ministerie over een prijsverlaging moeizaam verlopen. De fabrikanten vragen regelmatig de hoofdprijs voor hun nieuwe medicijnen, terwijl de minister scherp onderhandelt omdat hij voor oplopende kosten vreest. Lees ook: Nieuwe medicijnen tegen borst- en longkanker voortaan vergoed ''De sluisprocedure geldt niet voor alle geneesmiddelen'', verduidelijkt Pauline Evers van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). ''Geneesmiddelen voor de behandeling van kanker zijn veel te duur. Dat wordt ook voortdurend gezegd, maar de farmaceutische industrie kan niet uitleggen waarom. Het is een zeer winstgevende industrie. Maar moet de de aandeelhouders dan zo belonen, ten koste van de patiënten?"

Ook elders in Europa

Een duidelijke oplossing voor het probleem is er echter niet. "Als ik dat wist, zou ik die aandragen'', aldus Evers, die verduidelijkt dat het niet enkel een probleem is in Nederland. "Het gebeurt overal. Je zou de prijs van geneesmiddelen op Europees niveau kunnen bepalen. Onze overheid probeert ook al samen te werken met andere landen. Maar dat is niet altijd makkelijk. Een aantal landen zoals Duitsland en Frankrijk zijn minder geneigd om hierover te praten, omdat zij een hoofdkantoor van een groot farmabedrijf in hun land hebben. Zo'n groot bedrijf is natuurlijk goed voor de economie.'' Lees ook: Alternatief kankermedicijn ook vergoed