Positieve armoedecijfers, maar Nederland merkt er niks van

De meest recente armoedecijfers zijn positief: de afgelopen jaren is het aantal arme mensen in ons land afgenomen. In de praktijk merkt echter maar 12 procent van de Nederlanders dat het beter gaat met de economie. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau leefden in 2013 nog 1,2 miljoen mensen onder de armoedegrens, vier jaar later is dat aantal gedaald naar 939.000. Een behoorlijke daling.

Nederland merkt niks van positieve armoedecijfers

Maar meer dan vier op de vijf mensen (86 procent) merkt er in de eigen portemonnee niets van dat de armoede is afgenomen. Dat blijkt uit representatief onderzoek van Hart van Nederland onder meer dan 1800 Nederlanders. Hoe meer mensen verdienen, hoe meer ze merken van de aantrekkende economie. Lees ook: Rotterdams raadslid leefde twee weken op bijstandsniveau: '7,14 euro is op voordat je het gezegd hebt' Mensen die benedenmodaal verdienen voelen zich het meest benadeeld. Maar liefst 97 procent geeft aan niets te merken van de economische vooruitgang. Opvallend is dat ook 58 procent van de grootverdieners (meer dan twee keer modaal) zegt dat hij of zij er niks van merkt.

Afgekeurden en gepensioneerden

Ook de beroepssituatie van mensen speelt een rol bij hun ervaring van welvaart. Van de mensen die zijn afgekeurd om te werken, merkt maar 5 procent vooruitgang. Van de gepensioneerden is dat 9 procent, bij de fulltimers is dat een stuk hoger: 20 procent. De meeste mensen - 77 procent - ervaren ook in hun directe omgeving niet dat de armoede afneemt. Het gevoel van de man op straat sluit dus niet aan bij de cijfers uit Den Haag.

Potje voor noodgevallen

In het onderzoek van Wat Vindt Nederland? werd ook gevraagd of mensen een potje geld hebben voor als er onverhoopt iets duurs kapot gaat. Meer dan een derde van de Nederlanders heeft dat niet. Die groep neemt dus een groot risico of vervangt kapotte huishoudelijke apparaten niet gelijk. Ook hier vallen de mensen op die zijn afgekeurd om te werken. Maar liefst 68 procent van de afgekeurden heeft een probleem als er iets kapot gaat. Hetzelfde geldt voor mensen die benedenmodaal verdienen: van hen heeft 63 procent geen geld om iets te vervangen. In Overijssel en Zuid-Holland merken de meeste mensen in hun portemonnee dat het goed gaat. In Flevoland en Friesland de minste.