Twintig jaar euro: mist Nederland de gulden nog een beetje?

Een 'kwartje', 'piek', 'geeltje' of 'rug': ze zitten inmiddels al twintig jaar niet meer in onze portemonnee. Op 1 januari 2002 ruilden we de eeuwenoude gulden in voor de nieuwe euro. Hoe kijkt Nederland daar nu op terug?

Het was destijds de altijd goedlachse Gerrit Zalm die als toenmalig minister van Financiën even na middernacht de eerste eurobiljetten uit de geldautomaat trok. De iconische guldenbriefjes die in het geheugen van generaties stonden gegrift waren daarmee in één klap verleden tijd, maar niet zeker niet snel vergeten.

Bekijk hieronder een fragment uit de uitzending van Hart van Nederland (02-01-2002) over de invoering van de euro.

1:06

Fragment uitzending Hart van Nederland (02-01-02) over invoering euro

Ergens nog guldens in huis?

Sterker nog: er zijn op dit moment nog zo'n 25,6 miljoen guldenbiljetten in omloop, meldde de De Nederlandsche Bank (DNB) eerder deze week. De briefjes hebben een totale waarde van maar liefst 440 miljoen euro. Of ze nog massaal ingeleverd zullen worden, is nog maar de vraag: het aantal coupures dat nog in omloop is, neemt de laatste jaren namelijk amper af.

Aardig wat landgenoten hebben nog guldens in huis, blijkt ook uit representatief onderzoek van het Hart van Nederland-panel onder ruim 4.000 mensen. Bijna zes op de tien deelnemers zegt nog muntjes of briefjes te hebben. Vooral vijftigplussers (60 procent) hebben onze voormalige valuta nog ergens liggen, jongeren (37 procent) beduidend minder vaak.

'Allemaal zo duur geworden'

Nederlanders blijken dan ook nog erg verknocht aan hun oude vertrouwde munt: een ruime meerderheid (56 procent) van de panelleden zegt heimwee te hebben naar de gulden. "Ik heb vooral heimwee naar de waarde van de gulden", legt een deelnemer uit. "Het is allemaal zo duur geworden." En ander trekt daar een korte conclusie uit: "Nexit en gulden terug!"

Vier op de tien ondervraagden is na twintig jaar wél gewend aan de euro. Vooral mensen onder de dertig (57 procent) zeggen geen heimwee te hebben, wat natuurlijk niet vreemd is: "Ik ben 22, die tijd heb ik niet bewust meegemaakt", aldus iemand. Een respondent die nu in Praag zit, prijst het praktisch nut van de gezamenlijk munt. "Hier moet ik alles omrekenen."