'Overheid mocht bescherming derdelanders Oekraïne niet opheffen'

De overheid mocht de opvang van gevluchte derdelanders uit Oekraïne niet voortijdig stoppen. De bescherming stopt wel op 4 maart 2024, als de Europese afspraken over die groep verlopen. Dat heeft de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, woensdag bepaald.

Bij de derdelanders gaat het om mensen die als buitenlander in Oekraïne werkten of studeerden, en daar een tijdelijke verblijfsvergunning hadden. Toen Rusland het land bijna twee jaar geleden binnenviel, vluchtten ze naar andere landen in Europa.

Het zou om ongeveer 2900 mensen gaan, maar het is niet bekend hoeveel van hen nu nog in Nederland zijn.

Tijdelijk

In Nederland, en de andere EU-landen, kregen ze dezelfde tijdelijke bescherming als Oekraïense vluchtelingen en als derdelanders met een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne. Ze mochten hier wonen, werken en studeren, en kwamen in aanmerking voor leefgeld.

De overheid wil dat de derdelanders die een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïne hadden, nu naar hun land van herkomst terugkeren om daar het einde van de oorlog in Oekraïne af te wachten.

ANP