Twee op de drie Nederlanders: prins Bernhard hoeft niet te worden gecanceld

Twee op de drie Nederlanders vindt dat de naam 'Bernhard' niet hoeft te worden verwijderd van straatnamen, scholen en andere openbare gebouwen. Dat blijkt uit een representatief onderzoek van Hart van Nederland.

Afgelopen woensdag werd duidelijk dat prins Bernhard lid was van de nazipartij van Adolf Hitler. Zijn NSDAP-lidmaatschapskaart werd in zijn privéarchief gevonden. Bernard ontkende tot aan zijn dood lid te zijn geweest.

Uit een representatief onderzoek van Hart van Nederland onder 3572 panelleden blijkt dat Nederlanders meer vallen over het feit dat hij daarover loog (29 procent), dan over het lid zijn zelf (3 procent). Een op de vijf Nederlanders (23%) vindt zowel het lidmaatschap als het liegen even erg.

Een op de drie Nederlanders (35%) vindt de onthulling niet storend. Zij geven aan het lidmaatschap te lang geleden te vinden.

'Achteraf zeuren geen zin'

Toch hoeft de ontdekking niet tot grote actie te leiden, vindt de meerderheid van de Nederlanders. Twee op de drie Nederlanders (66%) is van mening dat de naam Bernhard niet van straatnamen, scholen en andere openbare gebouwen hoeft te verdwijnen. "Achteraf hierover zeuren heeft geen zin", vindt een panellid. "Als je tot je dood ontkent, kan het ook zijn dat je je er diep voor schaamt dat je van die partij lid bent geweest", zegt een ander.

Koning Willem-Alexander hield woensdag de lippen nog stijf op elkaar, maar gaf donderdag een korte reactie op de onthulling van zijn opa:

"We moeten het verleden onder ogen zien, ook de minder mooie gedeeltes", zei hij. De koning heeft besloten het archief tot 6 september 1948 vrij te geven. "Ik heb zelf ook de mogelijkheid dingen uit het archief te halen, maar ik heb besloten dat niet te doen. Ik vind dat het hele archief zo transparant mogelijk beschikbaar moet zijn."

Goed gebaar

Een goede reactie van de koning, zo vindt de meerderheid van de Nederlanders. Een op de vier Nederlanders (26 procent) geeft aan dat dit gebaar zorgt voor een toename in hun vertrouwen in het koningshuis. Voor ruim de helft (57 procent) is het vertrouwen gelijk gebleven. Bij een op de acht Nederlanders (13 procent) is het juist afgenomen.