Huisartsen krijgen hun zin: onderzoek naar hogere tarieven

De rechter heeft donderdagochtend de huisartsen gelijk gegeven over de de tarieven voor praktijkkosten van artsen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) moet voor 2023 en 2024 de huisartsentarieven opnieuw vaststellen. Dat schrijft De Telegraaf na de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBd).

Stichting De Bevlogen Huisartsen, Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen en de Landelijke Huisartsenvereniging spanden de zaak aan tegen de NZa. De huisartsentarieven voor 2023 en 2024 heeft de NZa gebaseerd op kostenberekeningen van het jaar 2015. Volgens verschillende huisartsen en belangenorganisaties zijn deze 'achterhaalde' tarieven niet meer kostendekkend, en moeten ze omhoog.

Er is een groot tekort aan praktijkopvolgers van huisartsenpraktijken. Zo kan de 65-jarige huisarts Adrie niet minder werken op stoppen omdat hij geen opvolger kan vinden:

2:29

Huisarts Adrie (65) kan niet stoppen met werken: 'Ik heb geen opvolger'

Volgens de huisartsen is hun takenpakket in een praktijk flink veranderd, verzwaard en vergroot ten opzichte van 2015. De vergoeding zou te krap zijn voor uitgaven voor onder andere huisvesting of personeel, waardoor huisartsen kosten noodgedwongen deels uit eigen zak betalen.

Ten koste van zorg

Om 10.00 uur legden honderden huisartsen hun werk neer om via een livestream naar de uitspraak te kijken. De tarieven hadden namelijk grote gevolgen voor de huisartsenzorg. Vanwege de hoge kosten en beperkte tarieven, werd het voor huisartsen steeds minder aantrekkelijk om praktijkhouder te worden. Dat zou naar eigen zeggen uiteindelijk ten koste gaan van de zorg.