Vliegmaatschappijen na besmettingen op 'omikronvluchten': het testsysteem werkt

Luchtvaartmaatschappijen benadrukken dat zij in vliegtuigen zorgen voor een "strikte naleving" van de coronamaatregelen. Dat laat branchevereniging BARIN weten na het nieuws van tientallen besmettingen op twee vluchten uit Zuid-Afrika.

Vrijdag werden 624 passagiers van twee KLM-vluchten uit Johannesburg en Kaapstad na aankomst op Schiphol urenlang apart gehouden vanwege de gevreesde omikronvariant. Nadat alle reizigers getest waren bleken 61 mensen corona te hebben. Zij zijn naar een bewaakt quarantainehotel in de buurt van het vliegveld gebracht en zitten nu in isolatie.

Later op zondag maakt het RIVM bekend of er ook reizigers besmet zijn met de nieuwe omikronvariant, die in het zuiden van Afrika heerst en mogelijk besmettelijker is. De gezondheidsdienst meldde zaterdag na bestudering van de eerste testmonsters al wel dat de gevreesde variant vermoedelijk bij zeker een aantal passagiers is aangetroffen.

'Quarantaine beter dan zelftest'

Omdat nog niet helemaal duidelijk is of en hoeveel reizigers mogelijk besmet zijn geraakt met 'omikron' vindt BARIN-voorzitter Marnix Fruitema het "nog te vroeg is om conclusies te trekken" over het hoge aantal besmettingen onder de teruggekomen passagiers uit Zuid-Afrika. "Dat moet gecontroleerd worden door de GGD."

Wel meent Fruitema dat het huidige test- en quarantainesysteem in de luchtvaart "voldoende zou moeten werken". Een eventuele extra zelftest in het vliegtuig voor landing is volgens hem dan ook niet nodig. "Ik denk dat in quarantaine gaan beter is dan mensen een zelftest laten doen aan boord. Als iemand dat moet doen, dan toch de GGD."

Extra maatregelen op Schiphol?

Schiphol neemt ondertussen vooralsnog geen extra maatregelen vanwege de nieuwe variant en houdt het dus bij de nu al geldende maatregelen, zoals anderhalve meter afstand houden en het verplichte mondkapje. De GGD heeft volgens de luchthaven bovendien ook geen signaal gegeven voor extra maatregelen, aldus een woordvoerder.

Hart van Nederland/ANP