Milieu en Gezondheid
19 mrt 2021, 21:43
Gemeenten hebben tijdens de coronacrisis honderden dakloze arbeidsmigranten meer opgevangen. Maar zodra de lockdown eindigt, komen deze mensen weer op straat te staan. Daklozenorganisaties trekken aan de bel: kijk niet weg!
Arbeidsmigranten hebben normaal gesproken geen recht op opvang, maar het Rijk riep gemeenten tijdens de lockdown op om deze mensen tijdelijk onderdak te bieden. Hierdoor zijn de vele dakloze arbeidsmigranten in Nederland in beeld gekomen. De groep wordt door de crisis alleen maar groter.
Een van hen is Shteref uit Bulgarije. Hij is schilder, maar raakte door de coronacrisis zijn baan kwijt. Nu staat hij met zijn vrouw op straat en verblijft hun kind bij een pleegvader. "Het is moeilijk, omdat wij nergens recht op hebben", vertelt de man.
De afgelopen maanden konden Shteref en zijn vrouw met behulp van Stichting Straat Consulaat worden opgevangen bij Stayokay in Den Haag, maar 1 mei staan ze weer op straat.
Directeur van Straat Consulaat Marlies Filbri vindt dit onacceptabel en maakt zich zorgen. "Voor ons was het echt schrikken om te zien hoe groot de groep is die normaliter op straat moet leven, omdat ze niet worden opgevangen", vertelt Filbri.
Een inventarisatie van Daklozenvereniging Valente laat zien dat op dit moment in de grote steden zo'n vijfhonderd dakloze arbeidsmigranten worden opgevangen. Deze mensen slapen volgens de vereniging normaal gesproken op straat of in bootjes.
De overheid is verantwoordelijk voor het beleid rondom de opvang van daklozen, maar gemeentes voeren dit beleid uit. Het verantwoordelijke Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vindt het positief dat de groep dakloze arbeidsmigranten nu in beeld is, maar komt toch met een "exit-strategie die tot doel heeft de opvang binnen twee maanden te stoppen".
Filbri vindt dit zonde. Door opvang vinden mensen volgens haar vaak een uitweg. Als ze zich niet dagelijks zorgen hoeven te maken over een slaapplaats en eten, hebben ze namelijk tijd om na te denken over een volgende stap. Als deze mensen in beeld zijn, kunnen ze worden begeleid. Dit leidt er volgens Filbri meestal toe dat ze uiteindelijk terugkeren naar hun land van herkomst of ze vinden weer een baan in Nederland.
Het stopzetten van de opvang is volgens haar voor niemand goed. "Je kan wel zeggen: 'deze mensen hebben geen recht, maar niemand zit erop te wachten dat in de steden honderden mensen rondzwerven, omdat ze verder geen plek hebben."
Het Ministerie laat in een reactie aan Hart van Nederland weten dat "gemeenten en opvanginstellingen ruim de tijd krijgen om met iedereen in gesprek te gaan en ook na 1 mei maatwerk kunnen leveren". VWS blijft naar eigenzeggen monitoren of dit zorgvuldig gebeurt.
Filbri denkt dat dit niet genoeg is. Volgens haar moet er financiering vanuit de overheid komen, die ook duidelijke richtlijnen moet opstellen. Shteref hoopt dat hij binnen anderhalve maand een oplossing vindt. "Ik wil hard werken en sparen voor een huis, zodat ik mijn kind terug kan krijgen," zegt hij geëmotioneerd.
Deel dit artikel
Ja, ik wil graag wekelijks de nieuwsbrief van Hart van Nederland ontvangen met daarin het laatste nieuws en aanbiedingen die wijzelf of in samenwerking met onze partners organiseren.
Meld je aan om wekelijks onze nieuwsbrief te ontvangen. Je kan je altijd uitschrijven. Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de Privacyverklaring van Talpa Network.