Een op de drie Nederlanders is (onnodig) bang voor bijen

Ze zijn belangrijk voor het in standhouden van het ecosysteem en doen zelf (behalve als aangevallen) geen vlieg kwaad, toch is een grote groep Nederlanders (31 procent) bang voor de bij, dat blijkt uit onderzoek van de Bijenstichting.

Die diepgewortelde angst is nergens voor nodig zegt de stichting. Er is geen reden om bang te zijn voor de bij. In tegenstelling tot wespen zijn bijen juist heel rustig en bij dreiging vliegen ze liever weg. De Bijenstichting roept mensen daarom op om wilde bijen juist te lokken naar tuin of balkon.

Verschil tussen de bijen

De angst voor bijen blijkt uit een onderzoek dat de Bijenstichting heeft laten doen, omdat het vrijdag Wereld Bijendag is. Uit dat onderzoek komt ook naar voren dat twee op de drie Nederlanders het verschil tussen een wilde bij en een honingbij niet kent. Met de wilde bijen gaat het niet goed. Van de 359 soorten is 55 procent bijna of helemaal uitgestorven. Veel Nederlanders weten wel dat bijen belangrijk zijn voor het ecosysteem en voor de voedselvoorziening, maar ze weten niet wat ze kunnen doen om de soort te helpen.

Volgens de Bijenstichting denkt bijna driekwart van de mensen dat de toenemende populariteit van imkers goed is voor de bijenstand. Maar dat is niet waar, want imkers houden gedomesticeerde honingbijen. Met die soort gaat het dan ook wel goed. Juist de zelfstandige wilde bijen en hommels kunnen hulp gebruiken.

De Bijenstichting raadt aan om biologische zaden, planten en bollen te gebruiken in de tuin. Dat is gezond voedsel voor de bijen. In bijenhotels kunnen de dieren nestelen. Ondergronds maakt de soort graag een nest in een kale zandplek.