Grote medailleoogst voor de baanwielrenners, zorgt dat voor nieuwe golf aan toppers?

De Nederlandse baanwielrenners haalden maar liefst drie gouden medailles op de Olympische Spelen, plus één zilveren en twee bronzen. Zorgt het succes straks voor een nieuwe aanwas van jonge talenten?

Gedion Evers is jeugdtrainer bij Alcmaria Vitrix, een van de slechts drie clubs waar je kunt baanwielrennen in Nederland. "Op banen rijden is best wel speciaal. Zelfs kinderen moeten hier aan wennen, en die zijn niet heel erg bang om dingen te doen."

Als je onderaan de baan staat ziet de bocht er inderdaad vrij imposant uit, geeft ook Evers toe. "Het is onnatuurlijk, het steilste stuk is ongeveer 45 graden. Je moet daar wel een beetje durf voor hebben om dat te doen. Het is een hele rare fiets, je kunt niet remmen, dus hoe los je dingen dan op? Je leert het door als jeugdlid heel veel technische dingen te doen."

Droombaan

Pupil Julia Nijman beoefent de sport al ruim 3 jaar. "Ik heb vooral de vrouwen gekeken, dat vind ik het interessantst", vertelt ze. "Mijn droom is ook om echt ver te kunnen komen. Het is echt knap dat ze zoveel medailles hebben gehaald."

"Ik ben begon met mountainbiken, maar toen raadden ze me aan om op de baan te gaan fietsen", zegt Julia. "Toen ik die bocht voor het eerst zag, vond ik hem heel stijl. Ik dacht echt dat ik nooit helemaal bovenin zou rijden. Maar nu is dat geen probleem meer."

"Je moet er even doorheen, maar het is puur psychisch", vult Evers aan. "Als je op de fiets zit, zie je het niet zo. Je hangt scheef, in dezelfde hoek als de baan."

Nieuwe aanwas

Als de trainingen in weer beginnen in Alkmaar, hoopt Evers dat veel nieuwe Braspennincxen en Lavreysens zich aanmelden. "Ik denk dat als je de successen in Tokio ziet, dat veel meer kinderen dat willen evenaren. Het zou heel mooi zijn als dat gebeurt."

Een woordvoerder van de KNWU laat weten dat er na de zomer waarschijnlijk een introductieprogramma zal komen voor mogelijke geïnteresseerden.