Olympische Spelen van start: dit zijn de Nederlandse kanshebbers op een gouden medaille

De Olympische Spelen in Tokio zijn begonnen. Het belooft voor Nederland een recordbrekend toernooi te worden: volgens databureau Gracenote behalen 'we' maar liefst 48 medailles, waarvan zestien gouden plakken. Het huidige record staat op 25 medailles, behaald in Sydney in 2000.

Genoeg reden dus om onze landgenoten in Japan vanuit huis aan te moedigen. Maar welke sporten en sporters mag je écht niet missen de komende twee weken? Hart van Nederland zet de belangrijkste Nederlandse kanshebbers op een gouden medaille voor je op een rij.

Allereerst valt het op dat wij Nederlanders uitblinken op de fiets en op het water. Verder doen we het goed op de atletiekbaan, het handbalveld en natuurlijk het hockeyveld. Verder is het de grote vraag of de Oranje Leeuwinnen hun successen op het EK en WK om weten te zetten in een olympische plak?

Nederland op de atletiekbaan

Het zal geen verrassing zijn dat Sifan Hassan dé grote kanshebber is op olympisch goud op haar afstand: de 10.000 meter. Dat geldt ook voor Femke Bol, die op de 400 meter en 400 meter horden de afgelopen tijd de absolute uitblinker is.

Nederland op de fiets

Fietsen en Nederlanders. Het is al jarenlang een gelukkig huwelijk en ook op de Olympische Spelen mogen we verwachten dat met name het wielrennen ons goed gezind is.

Zo hebben we natuurlijk Annemiek van Vleuten, die een enorme kanshebber is op de gouden plak voor de individuele tijdrit op de weg. Voor de wegwedstrijd - die langer duurt dan de tijdrit - is Anna van der Breggen de grote favoriet. Zij won op de Spelen van 2016 in Rio de Janeiro ook al goud op hetzelfde onderdeel.

Niet alleen op de weg, maar ook op de baan (indoor) heeft Nederland veel kans op goud. Met name baanwielrenners Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland en Matthijs Büchli zijn namen om rekening mee te houden bij de mannen. Bij de vrouwen zijn alle Nederlandse ogen gericht op Kirsten Wild.

Hebben we dan alle fiets-medailles gehad? Bijna. Want ook op de kleinere fiets, de BMX, gooit Nederland over het algemeen hoge ogen. Laura Smulders en Niek Kimmann behoren beiden namelijk tot de favorieten in Tokio.

Nederland op het water

Nederland blonk vroeger vooral uit ín het water, met bekende namen als Inge de Bruijn, Pieter van den Hoogenband en Ranomi Kromowidjojo. Maar bij deze Zomerspelen zijn de gouden plakken vooral te verdienen óp het water.

Het zeilduo Annemiek Bekkering en Annette Duetz, bijvoorbeeld. Zij werden in 2018 wereldkampioen. Zij kunnen in Tokio dit jaar dus ook zomaar weer die toppositie halen. Dat geldt ook voor Marit Bouwemeester, die regerend Olympisch kampioene is.

Windsurfen - dat ook onder zeilen valt - heeft namens Nederland twee torenhoge favorieten. Bij de vrouwen is Lilian de Geus regerend wereldkampioene. En bij de mannen is Kiran Badloe, dé opvolger van Dorian van Rijsselberghe, eveneens een uitstekende kanshebber voor de hoogste podiumplaats.

Bij het roeien zijn de mannen in de zogeheten dubbel-vier ook de favoriet voor het goud.

Nederland op het veld

Traditioneel gezien doet Nederland het in het hockey altijd heel erg goed. De vrouwen en mannen zijn daar op dit moment beiden regerend Europees kampioen. De dames zijn zelfs ook nog eens regerend wereldkampioen. Reden genoeg dus om rekening te houden met medailles op het hockeyveld.

En dan de handbalvrouwen, in 2019 wonnen zij verrassend het wereldkampioenschap. De ontlading was destijds enorm en hun vertrouwen zal een behoorlijke boost hebben gekregen. Hoewel sterspeelster Estavana Polman vanwege een blessure ontbreekt, hebben de dames nog altijd een kans(je) op goud.

Tot slot de Oranje Leeuwinnen, de regerend Europees kampioenen in het vrouwenvoetbal. De eerste wedstrijd in Japan hebben ze inmiddels al gespeeld: het werd woensdag tijdens het debuut van het elftal maar liefst 10-3 tegen Zambia. Weten ze dit succes vast te houden en het eremetaal binnen te slepen? We weten het op 6 augustus.