Panel: racisme in Nederland diepgeworteld, velen zien geen probleem

Racisme is sterk aanwezig in Nederland, zo blijkt uit onderzoek van het Hart van Nederland-panel. Of het nu gaat om het eigen gedrag van mensen of de acceptatie van personen met een andere huidskleur, er wordt door een deel van de bevolking nog steeds discriminerend gedrag vertoond.

In het onderzoek werden op 5 en 6 juni in totaal 3.436 mensen gevraagd naar verschillende zaken die te maken hebben met racisme en discriminatie. Het onderzoek is representatief voor de Nederlandse bevolking, gewogen naar geslacht, leeftijd, regio, opleiding, werksituatie en politieke voorkeur.

Het onderzoek toont aan dat 44 procent van de Nederlanders weleens een racistische opmerking maakt. 14 procent zegt dit erg te vinden van zichzelf, 30 procent betreurt het niet en zien geen probleem met het doen van racistische uitspraken.

In 2018 kwam de Rotterdamse Gladys oog in oog met een man die vond dat zij geen Nederlander is. "Jullie horen hier niet", zegt de man in het filmpje dat destijds enorm viraal ging:

4:03

Rotterdamse Gladys toont racisme aan in filmpje

Mannen lijken daarbij veel meer dan vrouwen geneigd te zijn om racistische opmerkingen te maken en dit niet te betreuren, met 39 versus 20 procent. Opvallend is verder dat het percentage verschilt per leeftijd: van de 45- tot 54-jarigen zegt 37 procent racistische opmerkingen niet erg te vinden, vergeleken met 31 procent in de leeftijdsgroep van 18 tot 34 jaar en 20 procent van de 65-plussers.

Ook is er een duidelijk verschil te zien afhankelijk van de politieke voorkeur van deelnemers. Kiezers die nu zouden stemmen op FVD (59 procent) of PVV (57 procent) zeggen veel vaker dat ze geen probleem zien in het maken racistische opmerkingen dan andere partijen.

Trouwen met andere huidskleur

Een andere manier om de mate van discriminatie in de samenleving te tonen is in hoeverre mensen accepteren dat een naast familielid zoals een kind zou trouwen met iemand van een andere huidskleur. Daarbij is te zien dat mensen dat wel in grote mate prima vinden.

Een overgrote meerderheid van 89 procent geeft aan dat ze zich niet of slechts een beetje ongemakkelijk zouden voelen in zo'n situatie. Alsnog meldt wel 7 procent dat zij zich hier zeer ongemakkelijk bij zouden voelen. Hierbij is ook de trend te zien dat jongere leeftijdsgroepen tussen de 18 tot 24 jaar zich over het algemeen comfortabeler met een dergelijke situatie voelen dan alle oudere leeftijdsgroepen.